Herstel 
me gerust

Au… Godver!

Het is weer ochtend en ik ontwaak uit mijn slaap. Zoals altijd heb ik “uitstekend” geslapen. Althans, ik ga liggen en val in slaap. Soms droom ik, maar meestal word ik de volgende ochtend ineens weer wakker, na een uur of acht. Uitgeslapen voel ik me al jaren niet. Een kater heb ik gelukkig nooit meer, maar dit scheelt soms niet veel, qua gevoel. En dat zonder drank. Wat een feest.

De eerste jaren dat ik nuchter was, werd ik erg bewust van mijn lijf en leden. Zo heftig dat ik er vaak bang van werd. En hypochondrisch. Ik ben erg goed in zoekopdrachten. Al snel had ik hartklachten, kanker, diabetes en enkele exotische kwalen. Dus ging ik naar de huisarts. Die deed dan wat een huisarts doet en vertelde me daarna dat ik niets onder de leden had. Dat vond ik erg moeilijk te geloven. Ik luisterde immers naar mijn lichaam en dat vertelde mij dat er iets mis was. Ik had pijn, voelde me vaak grieperig, duizelig, van alles.

Maar weer naar de huisarts. Fietstest om te checken of mijn hart in orde was. Dat was in orde. Naar de internist om te checken of andere dingen in orde waren. Die waren ook in orde. Er is niets te vinden. Gelukkig maar natuurlijk, maar ook wel frustrerend. En super zielig voor mij, natuurlijk.

Bij de psycholoog en psychiater leerde ik dat ik een angststoornis, met als bijwerking hypochondrie, had ontwikkeld. Die bloeide lekker op, nadat ik gestopt was met drank en natuurlijk met de antidepressiva. Met de angst heb ik inmiddels leren leven. Dat lucht wel op. Geen hartaandoening meer, geen kanker en geen exotische kwalen. En ik ben ook niet zielig.

Maar goed, ik word dus wakker in de ochtend. Weer die pijn in mijn gewrichten en spieren. Weer moe. Weer brak. Vermoeiend. En ook erg lastig voor de focus gedurende de dag.

“Er is iets mis! Er is iets mis!” Roept mijn lijf steeds. Dus, hop, maar een keer naar de fysio. “Ben je al eens naar de reumatoloog geweest?” Vroeg hij aan mij. Hij wist ook niet meer wat te doen met iemand die twee tennisarmen, een pijnlijke heup, knieën, enkels, polsen, vingers, voeten, rug en nek heeft. Bij de reumatoloog was ik nog niet geweest, nee. Opnieuw naar de huisarts voor een verwijzing naar de reumatoloog. Dezelfde dag heb ik een afspraak gemaakt bij de poli in Meppel. Misschien was het wel reuma! Dat zou veel verklaren. Aardige man, die reumatoloog. Kijkt naar mijn pijnlijke gewrichten en vermoedt… weinig. Dan maar een bloedtest. Uitslag: kerngezond en geen reuma. “Wellicht is het fibromyalgie” zei de reumatoloog zacht en voorzichtig. Dat is tegenwoordig bijna een synoniem voor “weet het niet”. De huisarts fibromyalgie, de internist fibromyalgie, de reumatoloog fibromyalgie. Iedereen fibromyalgie. Lastig. Wel heel hip!

Aan de andere kant voel ik me ook wel een beetje gewipt uit het medisch circuit. Fibromyalgie en nu niet meer zeuren, zoiets.

Gelukkig wordt er steeds meer duidelijk over fibromyalgie en chronische pijn. En gelukkig wordt het als aandoening steeds meer geaccepteerd. Door mijn huisarts echter niet, ben ik bang. Maar dat maakt ook niet echt veel uit, aangezien er nog geen duidelijke behandeling voorhanden is. Gezond leven, blijven bewegen en pijnstillers zijn wat mij rest. Of een antideressivum, maar dáár trap ik niet meer in. En blijven hopen dat het niet erger wordt.

Het belangrijkst is echter acceptatie. En daarin word ik gelukkig steeds beter.

De hoop die ik had om me weer goed te voelen, nadat ik besloot nuchter te zijn, die hoop blijft. Maar of ik me ooit weer echt goed ga voelen… ik fibromyalgie.

Blijven bewegen: