Ik besluit om een blog te schrijven over een dag college.
De wekker gaat en ik word wakker. Meteen doe ik een bodyscan om te checken hoe het er voor staat met mijn lijf. Heb ik ergens pijn? Of valt het mee vandaag? Het valt mee vandaag. Ik zet mijn leesbril op en kijk voor de zekerheid nog even of ik op de juiste tijd ben gewekt. De tijd klopt. Vandaag college! Ik heb er zin in. Ik rook mijn eerste peuk, trek daarna wat kleren aan en ga naar beneden. De pijn valt toch een beetje tegen als ik de trap af loop, maar goed, het valt ook wel weer mee. Nu eerst een bakkie koffie en dat smaakt. Het eerste half uur breng ik altijd door met koffie en roken. Pas daarna eet ik mijn ontbijt; een shake van fruit met granen. Lekker. De jongste wordt wakker en even later komt de oudste naar beneden. Nadat ik ze van ontbijt heb voorzien, ga ik douchen. Lekker warm, dat voelt prettig voor mijn pijnlijke lijf. Mijn liefneemt het stokje van me over en ik kleed me aan. Klaar voor de dag!
Voor ik het weet zit ik alweer in de auto en ga ik op weg. Mijn trouwe metgezellen angst en onzekerheid hebben plaats genomen op de achterbank. Ze moeten in de gordel van mij. Dat is wel zo veilig. Bovendien hou ik ze graag een beetje onder controle.
Het eerste stuk is altijd lekker rijden. Door het buitengebied. Het zonnetje schijnt en ik voel me ontspannen. Nog wel, want al snel nader ik Emmeloord waar de dagelijkse verkeershel zijn oorsprong heeft. Op Google Maps kijk ik vooruit of er files zijn. Vandaag lijkt het mee te vallen. Eenmaal op de snelweg neemt de spanning al iets toe. Enkele suïcidale medeweggebruikers doen er alles aan om hun leven vandaag nog te beëindigen, zo lijkt het.
Ik probeer me er niets van aan te trekken en de ontwijk iedere aanval. Normaal staat er een file van Emmeloord tot aan Utrecht, vandaag is het aardig rustig. In de buurt van Blaricum stop ik altijd even voor een cappuccino en een sigaret. Lekker. Even opladen voor het laatste stuk. Het kan de cafeïne zijn, maar hoe dichter ik in de buurt van Utrecht kom, hoe meer ik in mijn buik begin te voelen. Een soort nervositeit. Ik begin ook meer te denken aan de dag die voor me ligt. Het aantal gedachten neemt toe. De hele weg waren ze er al, maar nu worden ze intenser.
Ik vraag me af of ik nog wel goed in de groep zal liggen. Of die ene persoon wéér zo heftig op me zal reageren en me zal negeren. Of mijn vrienden, mijn vrienden nog zullen zijn. Of ik nu mezelf wel of niet helemaal bloot zal geven. Of ik me zal inhouden vandaag. Of ik scherpe grappen zal gaan maken, of niet. Zal de klik er nog zijn? Een heel gedoe dus in mijn hoofd.
De drukte op de weg neemt ook toe en ik ben er wel klaar mee. Ik open een wormhole, dat gaat een stuk sneller. Precies op de goede plek kom ik aan in Utrecht. Vóór Aristo. Uiteraard zijn bijna alle parkeerplekken bezet. Het is maar goed dat ik verderop een plaats weet waar vrijwel altijd plek is. Ik pak mijn spullen bij elkaar, haal diep adem en ik ga. Ik zie dat we vandaag op de derde verdieping moeten zijn. Er zijn minsten duizend it’ers, communicatiedeskundigen en marketingstrategen in het gebouw. Daar moet ik eerst doorheen zien te komen. Dat is nog een hele toer. De knappe jongemannen en parmantige jongedames zien mij niet, maar alleen elkaar. Toch weet ik me er langzaam maar zeker tussendoor te manoeuvreren. Ondertussen vang ik wat jargon op. Ik stop het in mijn tas, misschien heb ik er later nog iets aan. Per slot van rekening ben ik óók een it’er.
Op de derde verdieping is het rustiger, híer zijn de herstellende ervaringsdeskundige SPH’ers in spé. Daar wil ik nu bij horen. Ik vind het juiste lokaal en stap naar binnen. De groep is al compleet. De groep. Oh nee, het is een groep! Paniek! Paniek! Ik scan iedereen vluchtig en probeer aan het gelaat af te lezen hoe het er voor staat. Niks bijzonders. Er wordt wat gekletst hier en daar. Mijn vrienden zijn nog gewoon mijn vrienden, de klik is er nog en ik wordt gewoon genegeerd. Gelukkig. Forming, storming, norming, performing. We zitten ergens tussen forming en storming, maar waar ik ga ik zitten? Pfff. Ik besluit het los te laten en schuif gewoon ergens aan. Vandaag gaan we effectief communiceren. Dat blijkt in de praktijk nog best lastig, merk ik gedurende de les. Half in mijn hoofd en half bij de les, laat ik het allemaal over me heen komen. Het gaat best goed, al voel ik me nogal wazig en voelt mijn lijf erg onrustig. Misschien is het te zien, want ik kan moeilijk stil zitten. Ik merk dat angst en onzekerheid zichzelf uit de gordels hebben bevrijd en elk op een schouder plaats hebben genomen. Dat verklaart wellicht de pijn in mijn schouders en nek. Hoe blijven de anderen zo ogenschijnlijk rustig? Of zijn ze gewoon meer ontspannen dan ik ben? Ik weet het niet en het maakt niet langer uit, want het is tijd voor een groepsopdracht. Mooi! Sigaret er bij met een cappuccino en op naar buiten.
Het drietal bestaat uit mijn vrienden. Om beurt zullen we in een rollenspel de rol van ervaringsdeskundige, client of observator op ons nemen. Het is lekker weer en het gaat voorspoedig. Ik krijg complimenten voor mijn rol als ervaringsdeskundige. Ook nog een enkele tip, dus dat is mooi. Mij past een rol als ervaringsdeskundige wel. Het gaat me op een natuurlijke manier goed af. We hebben weer wat geleerd. Van elkaar en over elkaar.
Het mooie is dat het ook nog eens verbindt. Laat dát nou ook een onderwerp uit de les zijn vandaag. Verbinden door kwetsbaar te zijn. Ik voel me voldaan over de les en de opdracht.
De pauze besluit ik alleen door te brengen. Geen zin in ingewikkeld sociaal gedoe. Dat werkt. Ik voel me iets rustiger worden. Die extra cappuccino had ik echter niet moeten nemen, het heft de rustigheid weer op. Sterker nog, die zorgt er voor dat ik me weer wat slechter ga voelen. Het kan ook de lange en intensieve dag zijn, ik weet het niet.
Het middagdeel is gereserveerd voor de coaching. Mijn favoriete deel. De groep is nu in tweeën gesplitst en in deze groep voel ik me veiliger en meer op mijn gemak. Helaas stijg ik bijna op van de spanning en ongemak in mijn lijf. Dan maar wat paracetamol. Dat helpt.
Helmaal rustig ben ik niet, maar rustig genoeg om de middag bij te wonen en niet uit het raam naar huis te vliegen.
Enkele groepsleden doen hun verhaal en wij als groep reageren. Ook nu hou ik me in en probeer echt al te oefenen in ervaringsdeskundigheid en presentie. Ik luister voornamelijk, stel af en toe een vraag en probeer vooral géén advies te geven. Soms ontsnapt me wel een enkele suggestie, maar hey, ik ben nog maar net gestart, dus ik vind het niet erg van mezelf.
De verhalen van anderen lanceren enorm veel gedachten in mijn hoofd. Over hun situatie, over die van mij en soms dwaal ik af. Man, wat ben ik toch snel in mijn hoofd. Moet ik echt eens iets mee doen.
Ik geniet, maar voel me ook behoorlijk moe worden. Het eind van de dag nadert. Wat rest is een presentatie over storytelling. Hartstikke interessant. Volgende keer zullen we elk in tien minuten een verhaal aan elkaar vertellen. De ideeën dienen zich al aan in mijn hoofd en zoeken een plek tussen de andere gedachten. Aan het maatstreepje voor mijn ogen kan ik zien dat mijn hoofd zo goed als vol zit. Enkele gedachten blijven zich herhalen. Stuck in a loop. Gelukkig is de collegedag voorbij en kan ik naar huis.
Ik start mijn auto en wil aansluiten aan het eind van de file. In mijn ooghoek zie ik een marketingstrateeg. Hij houdt me onder schot met één van zijn iPhones en dwingt me zijn collega’s voor te laten gaan. Het maakt mij niet uit en ik wacht tot ze allemaal weg zijn.
Zoals altijd voel ik onderweg de stress wegzakken. Zeker als ik kies voor een rustige weg binnendoor. Hoe dichter bij huis ik kom, hoe rustiger ik word. Wel voel ik me erg moe en heb ik een grieperig gevoel in mijn lijf. Eenmaal thuis voel ik me al snel beter en behoorlijk geïnspireerd.
Ik besluit om een blog te schrijven over een dag college.